… Intussen kreeg ik natuurlijk
geregeld bezoek van de “Gestapo”. Ik was reeds in de eerste weken van de
bezetting met mijn persoon verantwoordelijk gesteld voor de voorraden
ontplofbare stoffen in ons bezit. Deze werden opgenomen en in een boekhouding
vastgelegd. Op ongeregelde tijden kwam zo’n Gestapoman bij mij in Amsterdam op
het kantoor een praatje maken, dat altijd eindigde met een enigszins verhulde
bedreiging over wat geschieden zou als er tekorten werden geconstateerd. In het
begin vond ik dat wel griezelig, maar al spoedig was ik er aan gewend.
Toen tenslotte bleek, dat zij op
deze wijze ons niet aan het werk voor de Wehrmacht kregen, kwam er op een kwade
dag een mij nog onbekend persoon in burger, die zonder commentaar tegenover mij
aan mijn bureau ging zitten en plechtig zei dat dit spelletje uit was.
Dat groeide uit tot een wat fel
gesprek en we kwamen tot de conclusie dat er enige deskundigen zouden komen om
te beoordelen of het voor hen werken, op onze bedrijven mogelijk en gewenst
was. Na enkele weken kwam er inderdaad een commissie van deskundigen uit
Duitsland om de zaak te beoordelen en tot mijn grote opluchting was er één bij
die ik kende. Bij de bezichtiging van het bedrijf te Muiden kreeg ik de
gelegenheid hem even apart te spreken en al spoedig had ik hem overgehaald een
negatief advies uit te brengen en wel met als een der hoofdmotieven de ligging
van de fabriek te Muiden aan de monding van de Vecht, die zelfs bij nieuwe maan
gemakkelijk te ontdekken was. De commissie bracht dan ook een negatief advies
uit.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten