31 juli 2018

Oberschöneweide 31 – VII –‘43 Het roggebrood was beschimmeld, maar ik heb het toch nog helemaal op gegeten.


31 – VII –‘43
Berlijn Hirschg 31 Oberschöneweide
Lieve Paps, Mams en Lily

Het is hier erg warm, ik hoop dat jullie ook wat beter weer hebben dan de laatste tijd. Het is merkwaardig hoe de mensen hier op dit weer reageren. Iedereen die maar een stukje gazon heeft, gaat dit besproeien, of laat ik liever zeggen begieten, overstromen. Overal waar je maar kijkt, al is het tuintje nog zo klein, er staat dag en nacht een sproeier. Verder trekken de jongens steeds kortere broeken aan, God zij dank blijven de vrouwen iets achter in die naakt cultuur.
Deze brief zal wel veel later aankomen dan de brief die ik met de broer van Bob meegegeven heb. Die boft anders nog eens even, je moet er gewoon niet aan denken, “je wordt er beroerd van” zou Corrie zeggen. Misschien kan hij wel meteen thuis blijven, maar dat is wel een beetje te veel gevergd.
Het pakje dat ik maandagavond gehaald heb, was weer dik in orde, vooral die appeltjes. Ik heb er van gesmuld, één heb ik bewaard voor de zondag. In de vorige brief heb ik uitgebreid over de pakjes gesproken, alleen een extra “omhelzing in gedachten” voor de zorg die jullie aan me besteden is nog op zijn plaats. Het roggebrood was natuurlijk weer beschimmeld, maar ik heb het toch nog helemaal op gegeten. Tot nu toe is er dus één roggebrood verloren gegaan. Zaliger nagedachtenis. Jus blokjes zijn hygroscopisch, opgepast dus, liefst in een blikje of zo verpakken. De honing van de vorige keer heb ik zo zuinig behandeld dat ik hem nog niet op heb, alleen zondag op wittebrood, en op de koek van Tante Fie. Ik ben weer erg verlangend naar nieuws, deze week heb ik twee brieven van Mams gekregen, maar dat waren moetjes van 26 juni en 9 juli. En we schrijven vandaag al weer 31 juli. Wat gaat de tijd snel. Jullie moeten wel een tijd zonder bericht gezeten hebben, ook wel zo ongeveer een maand. Gelukkig dat ik nog een gelegenheid had bericht te sturen.
Gisterenavond heb ik mevr. Heuer–Goedhart opgebeld, en vanmiddag ga ik naar haar toe. Ze vertelde door de telefoon al, dat ze dinsdag de stad uit gaat, naar het platteland toe, voor de veiligheid. Haar man blijft hier. Ze woont in de buurt van Kees Booy, waar we vanavond reünie hebben, daarom ga ik er meteen vanmiddag heen.
De informatie over een verlof naar Frankrijk zijn in zoverre ongunstig, dat ik pas na een jaar verlof krijg, “Sonderurlauben” worden niet gegeven. Helemaal waar is dit niet, want er gaan toch maar jongens naar Holland met “Erholungs Urlaub”. En verder mag je alleen naar het land waar je vandaan komt, uit gerecruteerd bent. Maar dan is ...

Zat. middag
misschien wel iets aan te doen, praten met de betreffende autoriteiten.
Deze week kwam de Jobstijding, dat alle buitenlanders van hun kamers af moeten, terug in de lagers. Het is te voorzien, want er komt een stroom vluchtelingen naar niet geteisterde gebieden. Één jongen (student) is er al van zijn kamer af gezet het gaat, hoop ik, langzaam, ik ben hier nog niet aan de beurt. Je moet en niet aan denken…..
Van Mans heb ik twee brieven ontvangen, ik heb niets te antwoorden op die brieven.
Van Grandpère weer een kaart gekregen, wat vaker dan tot nu toe, zo eens in de twee weken denk ik. Hij schrijft geen bijzonderheden, benen steeds zwak.
Helaas heb ik nu geen tijd meer, ik moet weer weg. Volgende keer begin ik Vrijdag.
Groetjes Zoentjes
Oswald



Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Toegift 1945 - 1985

Invalidenstraße anno 1945: Invalidenstraße anno 1985: Kabelwerk Oberspree anno 1985: Oh ja! ...