Woensdag 14 Maart 1945
De ochtend is snel voorbij, onze
halve dag is niet de slechtste.
Om twaalf uur met Kuschel over
Schöneberg gereden, op weg naar de schoenmaker. Ze vertelt dat haar moeder
sigaretten moest geven aan de tandarts Burke om een gebit gemaakt te krijgen.
Ries vindt het heel gewoon, Burke hoeft het niet te doen.
Portegies brengt het nieuws dat we
al gehoord hadden: dat er onderhandelingen zijn over het transport van de
Hollanders naar Zweden, door de Russen dan wel te verstaan, als we “bezet”
zijn. Het is een niet ongunstig teken, dat er officieel over gepraat wordt, in
dit verband gezien heeft ook onze, in het Russisch gestelde brief betekenis.
Jo brengt een brood en spek voor
ons mee, het spek is voor Jan de Boer, het brood voor ons beiden. Een half pond
spek heb ik nog tegoed.
Om drie uur (kwart over eigenlijk)
weg, omdat ik om vier uur met Jan {de Boer} afgesproken heb. De reis duurt tot … kwart
voor vijf. Eerst ontzettend lang wachten op een trein tot Aml. Bahnhof, en
daarna blijft de propvolle trein die verder zou pendelen, stil staan, drie
kwartier lang. Lopend zou ik eerder thuis geweest zijn! Jan ligt op bed te
wachten. We gaan samen naar Frl Borris, waar we vriendelijk ontvangen worden.
De kamer is smakelijk ingericht, en in de hoek voor de kachel is een tafeltje
neergezet met beschuit en jam. Jan en ik gaan ons te buiten, en eten
onfatsoenlijk veel! We worden heel wat wijzer uit de familieverhoudingen. We
staan ook verbaasd over de openhartigheid waarmee ze van alles vertelt, vooral
over haar verloving. Er zitten typische Joodse trekken in haar. We repareren
een kookplaat en gaan met de tram naar huis. Natuurlijk komt er weer alarm, de
23e keer opeenvolgend. Hans Bornewasser hoort aan mijn krakende
schoenen dat ik voor hem loop. Het is een zeer merkwaardige tocht onder de
sterrenhemel in het pikkedonker naar het station. Hans is precies een
schoolmeester, en tevens oude juffrouw. Met zijn neus in de lucht loopt hij
helemaal door tot het diepste plaatsje van het station, zet daar zijn stoeltje
neer, gaat zitten, en steekt zijn eigenwijze neus in een boek. Maar ik ga toch
ook maar een stoeltje meenemen in het vervolg. Staan kun je je hele leven nog!
Het vervelende is, dat het steeds later wordt met die alarmen, tegenwoordig ben
je pas om half elf thuis. Een “Arnbergs” broodje helpt ons weer over de schrik
heen. Dit is een goede gewoonte geworden, jammer dat de kaas bijna op is. De
kookplaat doet het weer, zodat ik nog een havemoutpannekoek bak.
Jan voegt hier niets aan toe
Geen opmerkingen:
Een reactie posten