14 October 1944 Zaterdag
Jüngling vertelt dat hij gisteren
raketten-jagers heeft gezien. Ze gingen met zeer grote snelheid en lieten een
rookstreep achter. Over turbinen-jagers wordt ook al gesproken. De broer van
Karl, die twee maal ingesloten is geweest, een keer in Rusland en de tweede
keer bij Caen, is toch “Siegesgewis” {overtuigd
van de Duits overwinning}. Hoe spelen ze het klaar, die mensen, zooveel
geloof in hun eigen kracht te hebben, na een terugtocht als deze? “In ein par
Monate stehen wir wieder mitten in Frankreich!”
Vanmiddag weer naar de Schlachtensee, heerlijk gewandeld, aan het strand gelegen en gelezen.
Rachmanowa: “Ehe im roten Sturm”. Een merkwaardig boek dat veel leerrijks bevat
voor deze tijd. Ten eerste lijkt de tijd waarover ze spreekt, het Rusland van
21 – 24 precies op wat we hier beleven, in meer dan één opzicht. Verder
beschrijft ze zo prachtig hoe je ondanks de slechte omstandigheden gelukkig
kunt zijn, en wat aan het leven kunt hebben. Je bent in bewogen, onzekere
tijden op een andere manier gelukkig dan in rustige, “burgerlijke” tijden. Ik heb
daar toch aan de Schachtensee heerlijk zitten lezen, ik heb genoten van het
uitzicht, ik heb me gelukkig gevoeld ondanks alles. Vroeger had ik onder deze
omstandigheden beslist een sentimentele bui gekregen, ik had enorm naar een
vrouw verlangd en in mijn diepere gevoelens nooit rust gehad. De ontwikkeling
Wagner naar Bruchner, dat is het wat er sinds Mei 1943 in mij veranderd is.
Dat wil niet zeggen dat ik niet meer sentimenteel behoef te zijn om me zoiets
als gelukkig te voelen. Meisjes maken me nog altijd sentimenteel als ik er wat
nader mee in contact kon, zoals met Helga.
Vandaag had ik nog even naar
Fischer gewild, maar toen ik opbelde hoorde ik de treurige mededeling dat hij
naar Holland is om zijn gestorven zoontje de laatste eer te bewijzen.
Verschrikkelijk is dat, bij een bombardement moet het gebeurd zijn. Hoe het met
mevrouw is weet ik niet, maar een achtjarig jongetje is toch altijd bij zijn
moeder! Fischer zal zijn vrouw wel niet in de steek laten, en ik zal dan ten slotte
een goede steun in deze tijd verliezen. Dit is het eerste geval van overlijden
ten gevolge van de oorlogshandelingen. Hoeveel kennissen en familieleden zullen
er volgen? Je moet er niet aan denken.
Hans mengt zich in een gesprek
waarin flink vuilbekken om ons gebrek aan omgang met vrouwen wat te
compenseren. We hebben het over het fameuze kapotje. Hans zegt: maar Oos, ik
dacht dat jij wel tegen het gebruik van deze vieze dingen zou zijn! Wel nee,
het is juist erg hygiënisch, helemaal niet vuil. Nou, als je de praktijk van
die dingen kent! Die Hans toch, wie had dat van hem gedacht!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten