17 oktober 2019

Dinsdag 17 October 1944. Oos : Een jonge kerel van een jaar of twintig, moet nodig onder dienst.

Dinsdag 17
Grote verhuizing. Jan en Eckert komen bij ons in de kamer, die ijskast zal dan toch binnen afzienbare tijd gemonteerd worden. Jan en ik helpen R bij het verplaatsen van de tafels enz.
Na werktijd naar Kees. Schoenen weg gebracht naar een Hollander die nu baas geworden is, de echte baas is onder dienst. Een verdomd aardige kerel is dat, die gesjochte Hollandse jongen. Hij werkt goed, naar het schijnt, en hij heeft zelfs een knecht: een Russische officier! Een pracht vent die Rus: hij werkt de hele dag, weet van geen ophouden, en kent twee woorden: Scheisse en Heil Hitler. Verder reikt zijn kennis niet voor wat betreft het Duits.
Met Kees gegeten in de Oranjerie. De band mag natuurlijk niet meer spelen, maar er draaien aardige platen, gedeeltelijk zelfs Franse (Tino Rossi!) en Engelse. Het eten was niet veel, en de ober was ontzettend onbeschoft. “Vijf mark 8” ik maak er veertig van en dan geeft hij 50 pf terug, en zegt: die tien pf. Krijgt U van me! Een jonge kerel van een jaar of twintig, moet nodig onder dienst. Het café daar leeft van de zwarte handel. Een Agfa Karat fototoestel: 1600 Mark. Zo nu en dan wordt er een inval gedaan. De zwarte groothandel is wel een van de ergste instellingen hier.

Jan : 

Dinsdag 17 October 1944.
Vanmiddag hebben we den heelen middag gesjouwd op het lab, alles in verband met de ijskast die een zes weken terug gekomen is. Tot nog toe zaten we in twee gtoote lokalen: in het eene Oswald en Dr. Jüngling, in het andere Eckert en ik. Het resultaat van een en ander is, dat we nu met ons vieren bij elkaar zitten. Het ziet er uit als een echt technisch bureau, vooral als we tusschen 7 en 9 alle vier de krant zitten te lezen. Gezelliger is het zeker geworden, alleen ben ik mijn mooie beschutte plaatsje achter de ijskast kwijtgeraakt, en zit nu in het volle gezichtsveld van iedereen, die dor de gang loopt.
Hoewel ik mij voorgenomen heb, geen post meer in dit dagboek te vermelden, kan ik het toch niet laten, een brief te noemen, dien ik gisteren ontving. Werkelijk het toppunt van beleefd- en correctheid. Ik had n.l. voor ongeveer een week geschreven aan den lagercommandant van Marinus Kruimels kamp {krijgsgevangenenkamp}, of ik hem misschien levensmiddelen mocht sturen, en met hem corresponderen. Zooals ik al zeg, het antwoord was dermate verrassend, dat ik mijn oogen niet kon geloven. Zooiets had ik niet verwacht. Niet eens de gebruikelijke Duitsche groet er onder. Maar het sympatiekste vond ik nog dat Marinus van mijn schrijven op de hoogte gesteld is.

Zelfs de postzegel kreeg ik terug, die ik als antwoord ingesloten had, daar de brief over de veldpost verstuurd is. dat is me in Holland nog nooit overkomen, wanneer ik in den tijd dat ik penningmeester van “Lorentz” was op de HBS, aan de een of andere fabriek schreef, en daarbij postzegel voor antwoord insloot, kreeg ik altijd antwoord met een frankering bij abonnement, en zonder geretourneerde postzegels.



Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Toegift 1945 - 1985

Invalidenstraße anno 1945: Invalidenstraße anno 1985: Kabelwerk Oberspree anno 1985: Oh ja! ...