Utrecht 11-9-‘44
Mijn lieve Osw. Alles hier goed.
Paps is vanmorgen maar weer naar kantoor gegaan, op de fiets. Hij wil ook de
fabrieken bezoeken en zal dus pas morgen of zoo terug komen. Vandaag weer
zonneschijn. Heerlijk na al die regen en wind. Ik ben bang dat de brieven niet
geregeld bezorgd worden en schrijf dus maar af en toe een briefkaartje, in de
hoop dat hij je zal bereiken …
Gisteren gestoord in mijn
schrijven door bezoek. Vandaag maar verder. Paps was om half zeven al weer
terug. Wat een prestatie, niet? Ik vond het fijn want ik slaap nooit zoo erg
rustig als hij weg is.
{Het is misschien wel aardig hierbij op te merken dat Paps in zijn middelbareschooltijd aan schermen had gedaan en dat hij een sabel, een klein meter lang en behorende bij zijn uniform uit de 1e wereldoorlog, aan de binnenkant van de slaapkamerdeur had hangen.}
De lucht is weer helder en de zon schijnt. Lekker is
dat. Verder geen nieuws. Lili hoorde weer te werken maar de tijden werken niet
mee en zij komt moeilijk aan de gang. Zoo gaat het mij met de huishouding. Wij
doen maar met wat hoog nodig is; geen animo om te poetsen en wrijven. Niets van
jou gekregen, wat mij niet verwondert, maar wat toch erg vervelend is. Ik vrees
dat de correspondentie nu grondig in de war is. Gisteren nog geïnformeerd naar
’t pak dat ik verleden week Maandag verzonden heb. Er is mij gezegd dat het
vertrokken was. Wij zullen hopen dat het aankomt. Nu lieve jongen, ’t is naar
om in deze tijden gescheiden te zijn en ik hoop dat er gauw een einde aan komt.
Een stevige pakkert van je Moeder
{Bij deze briefkaart moet ook aangetekend worden dat ze voor de luchtlandingen bij Arnhem geschreven is, zelfs voor de brief van Paps die de 20e aankwam. Van na die tijd heeft Oos dus nog geen bericht}
Geen opmerkingen:
Een reactie posten