Amsterdam 1 September
1944.
Mijn beste jongen
Dit maal schrijf ik je kort na
elkaar want er is zoo het een en ander dat ik je wil mededelen hoewel je het
misschien van anderen kant ook hebt vernomen. In de eerste plaats dan de
treurige tijding dat na een betrekkelijk korte ziekte Mevrouw Heukels is
overleden. Je weet dat ze al lang sukkelende was maar het was zoo’n echte
krakende wagen die ten slotte lang meegaat. Het is echter, nog onverwacht
plotseling misgelopen; ze heeft een embolie en het linker been gekregen die
zich niet hersteld heeft en die haar tenslotte in enkele dagen heeft gesloopt.
Een embolie is een bloedprop die ditmaal afkomstig was van het hart (zij was
hartlijdster). Het is een treurig geval voor mijnh. Heukels en Nan. Je begrijpt
dat ze sterk onder den indruk zijn. Mevrouw is gisteren, 31 Augustus overleden.
Wanneer en waar ze begraven wordt is nog niet bekend. Ja jongen, dat is nu
eenmaal ’s levens loop en als we het geval bekijken uit een tegenwoordig
oogpunt dan kunnen we het nauwelijks droevig noemen; er vallen er dagelijks zoo
ontzettend veel, die nog jong en krachtig zijn en een heel leven nog voor zich
hadden. Maar elk sterfgeval dat je van wat dichterbij raakt, blijft toch indruk
maken, ook in deze tijd.
Uit je laatste briefkaart maak ik
op dat ik je niets geschreven heb over je voordracht over kunststoffen. Ik
dacht dat ik dat wel gedaan had maar uit den aard der zaak heb ik geen
afschrift van mijn brieven achtergehouden dus is het best mogelijk dat ik het
verzuimd heb. Ik vond den voordracht heel aardig; merkwaardig vond ik dat
jullie daar blijkbaar het woord “Kunststoffe” in veel ruimer zin opvatten dan
wij hier gewend zijn en ik begrijp nu ook een beetje je bezwaren tegen mijn
“kunstharsen”. Als je kunststoffen zoo opvat dat daaronder elk kunstmatig vervaardigd
materiaal valt dan dus ook b.v. celluloïd, ja dan is het woord kunstharsen
natuurlijk te eenzijdig. Wij zijn dat hier echter, naar ik meen, nog niet zoo
gewoon en verstaan andere kunststofjes n.l. stoffen als bakeliet enz. in het
algemeen polimeren en condensatie producten die tot een verwerkbaar product
kunnen worden geperst of zoo. Ik heb je voordracht maar niet aan de proffen
doorgestuurd, ik geloof n.l. niet dat dit op het ogenblik enige zin heeft; je
kunt straks, als je terug bent er altijd nog zelf mee aankomen als het dan
nuttig kan zijn.
Over het vermiste pakket zal Mams
je schrijven; ik kan er natuurlijk niets verder van zeggen want ik voorzie die
pakketten maar een enkele keer en Mams houdt er de administratie van.
Wat betreft de foto’s, daarover
behoef je je niet bezorgd te maken, daar wordt met zorg op gelet en ze loopen
alleen het risico in het rondzenden aan de verschillende families die ze moeten
zien. Dat gebeurt altijd aangetekend dus de kans op teloorgaan is gering,
hoewel altijd bestaande, maar daaraan is niets te doen. In elk geval wordt er
zo goed mogelijk op gelet.
Ja, dat boek van Schen…? over de rab..?
dat je van Jan hebt medegestuurd is al van betrekkelijk oude datum (1928) en
benut ik zelf al sinds de verschijning. Toch heb ik dit exemplaar nog eens goed
doorgelezen en zooals dat altijd gaat vond ik er toch weer nieuwe dingen in. Zooals
je al weet heb ik het daarna meteen bij de vader van Jan bezorgd met de andere
boeken.
We waren erg blij dat we betrekkelijk
zulke goede berichten van Gr-père kregen. De moed herleeft dat we hem nog
levend zullen weerzien, hoewel wij helaas deze kans niet al te hoog moeten
aanslaan. Hij is al 83 meen ik, en dan heb je niet veel meer in te brengen en
kan het einde onverwacht daar zijn. Maar laten we maar hopen, dat hij, en M.
het halen en dat zij na den oorlog weer direct contact kunnen krijgen.
Ten slotte nog wat over je
ontboezeming over Lili in één van je briefkaarten. Ja, je hebt wel een beetje
gelijk; Lili leeft graag in het droomenland; dat heeft ze altijd gehad en zal
ze niet gemakkelijk kwijt raken. Als er iets is dat ze niet aan kan of liever denkt
niet aan te kunnen dan vlucht ze gauw in de onwerkelijkheid. Nu doen we allen
min of meer aan zoo’n vlucht, de een zus en de ander zoo en dat is ook helemaal
niet erg zelfs in de meeste gevallensterk aan te bevelen omdat de werkelijkheid
je anders wel eens te machtig zou kunnen worden. Zoo vind ik het ook jammer dat
jij niet meer zoo veel concerten en opera’s zult kunnen horen, want, misschien,
onbewust, was dat voor jouw ook zoo’n soort vlucht uit de realiteit, overigens
een van hoogen orde, hoor, waarop niets aan te merken viel. Maar om op Lili
terug te komen, zij overdrijft en dat bedoel jij in je briefkaart. Je hebt dat
juist gezien, Lili gaat moeilijkheden altijd graag uit de weg in plaats van ze te
aanvaarden en dat is het verkeerde. Daarom waren je opmerkingen ook juist
geplaatst en ik hoop dat ze deze ter harte zal nemen. Nu ben ik, gelukkig, niet
zoo pessimistisch als jij over den toekomst na de oorlog. Ongetwijfeld komt het
ergste pas na de strijd, dat weet ik, maar alles zal daarbij afhangen
van de regeling die de volkeren zullen krijgen. Als er sociale rust kan worden
verkregen, met afnemend geweld, (liefst natuurlijk zonder, maar dat zal wel een
utopie zijn) dan kan alles nog meevallen en zul je zien wat de tegenwoordige
techniek vermag als ze zich geheel zal kunnen wijden aan den opbouw. Ik hoop
over al deze dingen spoedig weer met je van gedachten te kunnen wisselen op
gezamenlijke wandelingen of zoo. Dat zal heerlijk zijn en laten we er dan maar op
vertrouwen dat het einde spoedig zal komen van den rampzalige oorlog.
Dag jò, een poot van je Vader.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten