13 juni 2019

Utrecht 8 Juni 1944 van Mams : De kwartierdame valt erg mee. ’t Is een keurige jongdame. Aanstaand arts, in de oorlog verloren!


Utrecht 8-6-‘44
Mijn Lieve Oswald,
Een paar dagen geleden schreef ik een kort Fransch briefje. Deze keer wat langer en in je Vaderstaal. Eergisteren kregen wij de briefkaarten 77 en 78. Je brief van 16 Mei was ook 78 genummerd. Je zwembroek is onderweg; met een vriend van den broer van Cor de naaister. Voor de post heb ik hem het geld meegegeven dat nog in je witte (resp. zwarte) jas zat. Ik had de zakken netjes leeggehaald, hoor, vóór ik de jas meegaf. Met dat al zijn de berichten die wij van jou hebben maar knap oud. Het laatste is van 19 Mei; dus bijna 3 weken. Gelukkig weten we kort na de bombardementen altijd of er wat gebeurd is! Wat een ellendig weer hebben wij toch! Het is zo koud dat wij gisteren avond een paar blokken in de haard hebben gelegd. Als ’t bij jelui ook zoo is zal je niet veel behoefte hebben aan je zwembroek. Je vroeg om je zwempak, maar ik dacht dat je wel de broek zou bedoelen die je in een optimistische bui had teruggestuurd. Eergisteren avond was ik bij de buren (Derks). Je weet misschien nog dat Yv. Ná haar gedwongen verblijf in ’t buitenland te werk is gesteld op een kantoor. In die kwaliteit mag zij over de Feldpost schrijven. Zij zou je nu bericht van ons sturen, waarop zij, volgens haar zeggen, in een dag of 8 weer ’t antwoord kan hebben. Ik vond dat wij dat wel proberen konden. Als je ’t een of ander noodig hebt kun je het haar schrijven; dan is het er gauwer: tenminste dat zegt ze. Ik heb in lang geen pakje gestuurd. Kaas is ‘t enige dat ik je zou kunnen sturen, buiten een paar blikken. Want roggebrood durf ik niet te sturen vóórdat ik weet of ’t vorige goed aangekomen is. Wat denk je: zal ik  je nu nog wat blikken sturen? Is er kans dat je zonder eten komt te zitten? En kùn je die blikken bewaren, of hèb je nog ’t een en ander? Je moet mij maar zo gauw mogelijk laten weten wat je denkt dat het beste is.De kwartierdame valt erg mee. ’t Is een keurige jongdame. Aanstaand arts, in de oorlog verloren! Zij zal wel tot de tallozen behoren wien het “sieg Heil” niet meer zo aardig meer in de oren klinkt als vóór het grote avontuur. Tja, gedane zaken nemen geen keer. Eergisteren waren wij erg gespannen. Nu is’t wel gebeurd en wachten we rustig af. Ik dacht dat de invasie nú wel niet meer gebeuren zou. Te korte nachten, maan etc. zeiden de huis, tuin en keuken militaire deskundigen. En nu gebeurt het tòch. Zou de regen die onophoudelijk valt niet een groot bezwaar vormen voor de operaties? Een slagveld lijkt mij een heel erg ding; maar één met plenzende regen zal nog wel véél erger zijn. Gisteren avond heb ik mij vermaakt met de verslagen van je “Spreekransje”. ’t Is aardig dat jelui nog animo hebt voor zulke dingen. Hoeveel zulke avondjes zullen jelui nog kunnen houden? Ik hoop niet veel meer, want het wordt hoog tijd dat wij je weer eens zien. Je witte jassen zijn vodden. Kun je niet een witte jas aanvragen? Je bent nu meer dan een jaar weg en kunt dus kleren kopen, dáár; hoeveel te meer dan werkkleding. Of is ’t weer zo dat je er uren voor in de rij moet staan? Zoo ja, dan zal ik trachten die lorren weer op te knappen met mij laatste witte garen. ’t Is maar goed dat het eind in ’t zicht komt, want wij raken door alles heen. Gree, de werkster, is heden naar ’t ziekenhuis. De meid die zich zou komen presenteren is helemaal niet verschenen, graag of helemaal niet. Wij zullen ons leven zóó in moeten zichten dat wij er buiten kunnen. Als er maar weer koks eten rondbrengen kan ’t mij niet schelen. ’t Is wel rustig zònder zoo iemand; als de werkster beurten geeft en de kok kookt kunnen ze me gestolen worden. Nu lieve jongen; misschien komt er een tijd dat wij niet veel meer van elkaar horen. Wil je mij langs Yv. (die tenslotte tòch een Duitsche is, vergeet dat niet) laten weten wat ik je eventueel nog moet sturen, aan kleren en voedsel?
To moet weer twee maanden liggen! Erg is dat. Zij is weer naar ’t ziekenhuis. Pleuritis! Wij zijn er wel van geschrokken. Wie weet wat nu de naaste toekomst voor ons allen brengen zal? Stuur Gr.père nog gauw bericht voor ’t geval dat het een tijd lang niet kan.
Dag lieve Oos, een stevige zoen van je
Moeder!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Toegift 1945 - 1985

Invalidenstraße anno 1945: Invalidenstraße anno 1985: Kabelwerk Oberspree anno 1985: Oh ja! ...