13 Mei 1944
Stad in na fabriekstijd, en na
het halen van koekjes via Staatsopera naar Springer Verlag UdL, waar we den
heer Gallies hoopten te treffen. De zaak was echter tot 2 uur dicht, en dan is
Gallier al weer weg. Aangezien we geen zin hadden op de stoep te wachten zijn
we door gelopen, en heerlijk in het park gaan zitten eten en pijpje roken. De
plaats waar we de week tevoren mussen gevoerd hadden is omgeploegd door een
bom. De staatsopera heeft nu minstens 8 bommen binnen de 50 meter van haar muren ontvangen
maar heeft een lang leven en speelt nog steeds. Na een verblijf van drie
kwartier in het park, waar we ons vermaakt hebben met de aanblik van een kind
van een jaar of zeven, dat keurig, als een oud wijfje, kousen zat te stoppen,
kwam er een man langs die beweerde dat er “dikke Luft” was. Prompt kwam er
Luftwarnung. We bleven nog wat zitten, en zagen hoe drie kwart van de mensen het
hoofd kwijt raakte. Langzaam zijn we toen vertrokken op zoek naar een schuil
plaats. Maar ja, hoe gaat het hier. Geen enkel bordje, en allemaal uitgebrande
huizen. Tenslotte kwamen we op de Potsdammerplatz, en ik kroop maar in de
S-Bahn, naar huis. Jan naar een lezing van Borris, maar aangezien ik het
fototoestel heb, moet ik fotograferen.
Bij aankomst in de Friedrichstrasse,
word ik boven begroet met echt alarm. Ik wil naar de bunker, maar ik kom het
station niet meer uit, ik word door de menigte meegesleurd naar beneden. Hoe men
zich veilig kan voelen, onder de Spree, één bom in het water is voldoende om
een paar duizend mensen te doen verdrinken!
Maar gelukkig dacht ik daar pas
later aan! Het alarm duurde maar kort, en toen maar langzaam naar buiten, en
door naar huis.
Bij Warschowerbrücke wéér alarm,
weer het zelfde gezoek naar een schuilkelder, maar nu niet alleen maar met
drommen mensen tegelijk! Één schuilkelder was er voor 167 mensen! Deze
organisatie is beslist onvoldoende. Nergens behoorlijke aanduiding, nergens
genoeg ruimte.
Thuisgekomen eerst mijn pak uit,
het is geweldig warm. Je smelt compleet in de barak. Gegeten, rabarber van Fr.
Rose gekookt. Geen zin inkopen te doen. Een paar photo’s genomen, Paans en
Heijkens bij de vrouwen barak, Heijkens alleen en mij alleen, in badkostuum.
Zelf ook een praatje gemaakt met een Française, waar Heijkens een amouretje mee
heeft.
Later met Edzard bij de grammofoon
gaan zitten, die achter de barakken, vlak aan de Spree was opgesteld. Uitvoerig
gepraat met een Ier, die hier bij het propaganda ministerie zit. Merkwaardig is
dat, zo’n Engelse conversatie in Berlijn. Van mijn Engels ben ik overigens veel
vergeten, maar, wat erger is, ik gebruik Duitse woorden in het Engels! Dat is
het ergste wat je doen kunt. Zijn kijk op de internationale toestand ná de
oorlog is wel wat optimistischer dan de mijne, maar ik geloof dat de gronden waarop
hij optimistisch is, niet erg steekhoudend zijn. De Russen zouden b.v. volkomen
afhankelijk van de Engelsen en de U.S.A. zijn, wat hun oorlogsmateriaal
betreft, iets wat ik weiger te geloven. Hij beweert ook dat de sociale
toestanden in Engeland goed zijn, geloof ik niet. Toch erg tevreden over dit
gesprek, het verruimt je kijk en je talenkennis.
Na het vertrek van deze heren nog
even in het kroegje van Kubis gezeten en een biertje gedronken met Hendriks +
vrouw. Een aardig meisje, maar dom (denk ik). Stolnikow als van ouds liedjes
zingend en vuile moppen tappend, maar dan met de Franse charme er aan. Zijn
liederenvoorraad is onuitputtelijk.
Jan in zijn dagboek:
’s Avonds bij
Borris in Lichtenfelde geweest. Hij hield voor een intieme kring de eerste van
een serie voordrachten over “Stile und Formen in der Musike von der Exotik bis
zu den Modernen”. Zeer interessant was het onderwerp van vandaag: de exotiek. Hij
liet platen hooren en trok paralellen tusschen Balineesche en Japansche kunst
en tevens toonde hij aan hoe ons leven zich steeds primitiever aan het
instellen is, welke stroming ook in de muziek te merken is (Strawinski) …
Over onze
muzikale toekomst had hij ook vrij sombere ideeën. Hij redeneerde ongeveer: Nu
onze concertzalen één voor één stuk gaan en de mogelijkheid om concerten te
horen steeds kleiner wordt komt er in de eerstvolgende jaren een generatie die
niet weet wat de muziek is, die de drie grote B’s niet kent (Bach Beethoven
Brahms) en er ook geen behoefte aan heeft. Onverschillig of Duitsland dezen
oorlog wint of niet. Engeland probeert het oude nog te behouden, maar zal
daartoe ook niet in staat zijn.
…
Geen opmerkingen:
Een reactie posten