Utrecht 31 Maart ‘44
Mijn lieve Oswald,
’t is alweer een hele tijd
geleden dat ik je geschreven heb. Wel bijna 14 dagen, geloof ik. Dat wil niet
zeggen, dat ik je vergeet hoor! In mijn
laatste vermeldde ik net nog de ontvangst van je paket. Ik was zoo suf
geweest om in ’t builtje in de trommel tabak te veronderstellen, en niet te
kijken wat er wel in zat. De hele trommel zat n.l. vol met tabak die uit de
sigaretten gelekt was: daarom dacht ik dat alles tabak was. Het zijn heerlijke
snoepjes; maar het zijn eigenlijk jouw “bom”bonnetjes en ik geloof dat het àl
te goed van je is om ze aan ons te sturen! Al te goed, je weet wel! Als je
denkt wat met de koffie te bereiken, houd ze dan toch! Hier kan ik met koffie
ook heel veel gedaan krijgen. Ik ruil ze voor boter, capucijners etc. ’t Is een
goedkope manier om aan wat bijvoeding te komen, zoolang als ’t duurt tenminste,
want ik raak er lelijk door en heb spijt van de 5 pond die ik indertijd nièt
van v.d. Velde gekocht heb. Als je denkt dat ik ze in huis heb gehad en weer
teruggestuurd!! Stom hè. Ik heb ook niet vermeld dat er een plat blikje in het
pak zat dat niet leeg was. Wat zit er in? enfin, je zult zeggen: als je ’t open
maakt zie je het wel! Wij zijn gewend dat er wat op staat, vandaar mijn
nieuwsgierigheid.
Je brief 59 van 22 maart al een
paar dagen geleden gekregen. Ook die voor Lilie. Dat is dus heel snel gegaan!
Wij zijn maar weer blij met bericht van je. Gisteren belde Tante Marie op om te
zeggen dat Dolf v. Sch. Bij ze geweest was en jouw groeten overgebracht had. Ik
geloof dat ze erg in hun sas waren met je brief voor ’t nieuwe jaar en ook met
je groeten. Maar Oos, maak je geen illusies. Er valt met die twee al evenmin te
praten als vroeger. Ik ben er geweest met de verjaardag van Tante Marie en er
heerst nog precies de kankersfeer van vroeger. Niets en niemand deugt er in de
wereld behalve een bepaald groepje, waarover dan niet gesproken wordt; maar je
hebt steeds het gevoel dat het afgeven op de rest moet dienen om eigen
voortreffelijkheid te doen uitkomen. Helemaal niet leuk. Van Wimpie staat een
nieuw portret in de kast, in nieuw uniform. Ik weet niet waar hij nu zit. Hij
komt er zoo nu en dan. Tante M en oom T komen om de haverklap aan de overkant
(vroeger toen Oma {Slegh, moeder van Paps}
er naar zat te hunkeren zag je ze nooit)! Ik houd mij voor den domme; ik voel
niets voor dat geklets van Oom T. en Tante M. vind ik net een comediante. Ik
heb ook niet veel tijd voor bezoeken. Ik ben n.l. deze week weer hulp-loos.
Gree is weer ziek. Eén dag heb ik een andere werkster op den kop getikt. Die
laat ik nu zoo’n beetje schoonmaken. Als het prille zonnetje zoo dwars door het
huis schijnt zie je zoo erg de ongerechtigheden! Ik heb je paperassen van je
muren afgehaald en een verdieping laten zakken. Mijn plan is om ze met een paar
stukjes kleren van je in ’t souterrain in een schietkatoen kist te pakken. Dan
hoef ik niet de hele zomer te schuieren tegen de mot en dan is het toch wel
iets veiliger dan onder ’t dak. Wij hebben zakken zand bemachtigd en willen
daarmee dat afdakje onder de serre afschutten. Dat ligt n.l. helemaal buiten ’t
huis. De oorspronkelijke muur ligt waar de bruine gordijnen hangen, in den
salon. Het lijkt ons dat je bij instorting dààr wel veilig bent. Alleen het dak
van de serre kan daar in vallen. Van iets bouwen in de tuin kan niets komen,
want je kunt niets krijgen. Wij hopen maar dat er niets gebeuren zal, maar
natuurlijk kun je dat nooit weten. Wat je over Grpère schrijft is niet veel. Ik
hoor over Parijs niets; ik heb wel verschillende malen geschreven. Van cousine
Henriette kreeg ik een brief waarin zij vertelde dat zij is gaan informeren bij
de Duitschers. Ik had weinig kans op een vergunning zeiden zij. Ik ben blij dat
zij zelf is geweest ik kreeg de indruk dat zij dacht dat ik er niet veel moeite
voor deed en Grpère maar aan zijn lot over liet. Zondag wordt Lilie bevestigd.
Gisteren is zij aangenomen ’s avonds hoorden wij ’t eerst gedeelte van de
Mattheus Passion in een kerkdienst. Pietreskerk tjokvol. Daarna hebben we bij
de haard gezeten; erg gezellig! Wat zal ’t fijn zijn als je weer bij ons kunt
zitten in de familiekring! Nu lieve Oos, tot de volgende keer weer.
Een heel stevige pakkerd van je
Moeder
Geen opmerkingen:
Een reactie posten