Maandag 17 April.
Altijd die vervloekte wekker als je nog zo lekker slaapt, dat
is wel een ellende, Edzard uit dit door tijdens het uitrekken steeds te
prevelen: die Juden, die Juden enz.
Na erg lang uitrekken, en een paar maal overtuigen dat het
toch werkelijk noodzakelijk is om op te staan, eindelijk kan je er dan uit en
strompelt met plépapier, wasgerei en handdoek naar het waslokaal. Iedereen
voelt zich daar even verneukt dat er al weer een werkdag begint. Gelukkig is er
warm water, dat geeft weer iets gemoedelijks. Dan terug, bed opmaken boel
opruimen en naar de fabriek. Meestal is de tram van tien vóór al weg, en komt
men tien over half op de fabriek aan. Mag niet hinderen, als het maar niet al
te veel wordt.
Op het lab met open armen ontvangen, als zijnde weer gezond. Kaish
Kush geplaagd met het feit dat in de opera gezegd werd dat Kush Kush (door de
page), in de tekst echter niets terug gevonden.
Frau Öler gaat tijdelijk naar de T.R.O., een ander onderdeel
van A.E.G. Erg veel werk was en weer, privé dan tenminste, maar het was als
altijd weer erg moeilijk weer geschikt schijnwerk te vinden. De koekjes
traditie met Jan de Boer is toch ook een pracht instelling. Om de beurt kopen
we Zaterdag een zak met koekjes van Börse, en die wordt dan in de loop van de
week om een uur of elf, vaak met een kopje thee er bij, genuttigd. De pijp op
de WC is ook een pracht uitvinding. Die verzameling rokers en kletsers op de WC
is een bron van studie (en genot) op zich zelf.
’s Avonds eerst naar de kapper. Eerst wilde hij, zoals
altijd, alleen maar aan de kanten wat wegnemen, en boven alles laten zitten.
Maar aangezien het voorjaar is, is een hoop haar alleen maar lastig … toen
begon hij dus te knippen, met steeds meer enthousiasme “Begeisterung”, tot er
bijna geen haar meer op zat. Ik heb niet veel meer dan Jan v.d. Braak, die uit
Amersfoort komt!
’s Avonds naar de kamerhoer, pardon. Fräulein Rose. Eerst is
de tuin gesproeid, gespit en plezier gemaakt. Hans en Ad zijn net kinderen. Ik
vind het zo heerlijk weer eens in een tuin te werken, dat ik direct aangeboden
heb nog eens te komen. Dat zwellen van die knoppen, bloesem aan de vruchtbomen,
dat langzaam groen worden van alles, het is gewoon een verrukking der harten,
want je ziet eigenlijk niets anders meer dan huizen en ruïnes, de natuur
bestaat hier in Berlijn niet meer. Ad en Hans hebben elkaar flink nat gespoten,
Hans huilde bijna en heeft slechts met heel veel moeite zijn vergeldingsplannen
terzijde gezet, hij was dan ook bar nat.
Daarna in de kamer van Fäulein Rose, die het souterrain van
de grote villa bewoont, wat bij elkaar gezeten. Jan de Boer heeft muziek van
Grieg gespeeld, en Ad heeft gedichten voorgedragen. Ik moest ook iets
presteren, maar wat zou ik? Geen van deze kunsten ben ik machtig. Ik ben toen
wat verneukt, gegroend als het ware, en uitgehoord over familie en afkomst,
woonplaats enz. Jammer genoeg was Fräulein Inselman niet aanwezig maar daarover
later meer.
Om twaalf uur is bed. Rijkelijk laat, als je om kwart voor
zeven weer uit bed moet. Edzard, Bob en Thijs liggen heerlijk te maffen. Edzard
met zijn rode hoofd boven de dekens en zijn voeten van onder er uit. Hij past
precies in dat bed, er zijn geen twee cm over.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten