Hirschgarten 12 Oct ‘43
Lieve beste Overkantjes.
Het is hoog tijd dat ik eens een
antwoord schrijf op de stapel brieven die me weer bereikt hebben sinds ik
jullie mijn laatste brief schreef. Ik heb er zes voor me, en ik weet niet waar
ik moet beginnen: ja toch, natuurlijk bij het beste paard van stal, als ik u
tenminste zo noemen mag, tante Fie. Ik lees (28 Aug) met genoegen dat u weer
goed vooruit gaat, tegen dat ik weer thuis kom bent u weer helemaal de oude.
Wat heeft u nog veel bezoek, is dat niet te druk? Nu ja, de zomer is nu
voorbij, en dus is het met de vele logés ook gedaan. De koek waarover u
schrijft heeft uitstekend gesmaakt, ik heb er van gesmuld.
13 Oct
Gisteravond heb ik mijn brief weer eens af moeten breken,
omdat ik nog meer te doen had. We hebben het hier nog steeds even druk, er is
werkelijk geen ogenblik dat je kunt zeggen: nu ga ik eens een poosje niets
doen. Binnen een minuut heb je dan wel tien belangrijke bezigheden bedacht, die
geen uitstel kunnen lijden. Vandaag had ik weer eens een tegenvallertje, ik had
een prachtig pakje in elkaar gedraaid voor Grandpère, en na een tien minuten in
de rij staan kwam ik eindelijk aan de
beurt, en toen vond de juffrouw het pakje een paar gram te zwaar. Haalt u er
maar wat uit…. Dat kost weer een hoop tijd.
Het is prachtig herfst weer hier,
de bossen in de buurt zijn prachtig maar de eiken met rood blad, zoals die in
Zeist te vinden zijn, heb ik nog niet ontdekt. Zondag a.s. ga ik nog eens
zoeken, anders is het mooiste er weer af. De beste tijd is het, wanneer een
gedeelte van de bladeren aan de bomen rood wordt, en een gedeelte afgevallen op
de grond ligt.
In de week is het al om zes uur
donker. Met die wintertijd die we er hier op na houden. ’s Morgens gaat de zon
net op als ik op de tram sta te wachten. Vroeger moest ik altijd vijf minuten
lopen naar de tramhalte, maar tegenwoordig niet meer, de tramhalte is
verplaatst tot vlak naast het huis. Wat een service? Is het niet?
Het begint hier al aardig koud te
worden, maar mijn winterjas heb ik nog maar niet aangedaan, anders weet ik niet
wat ik doen moet als het wèrkelijk koud wordt.
Nu ga ik maar weer eens verder met
het lezen van de ontvangen brieven, ik lees ze altijd nog over als ik terug
schrijf, anders vergeet je wel eens te antwoorden op vragen. Van To ontving ik
brieven van 31 Jul en 20 Aug. Ik kan me zo voorstellen dat To ’s nachts zit te
schrijven en tegen de baby’s zegt: nou niet schreeuwen, ik moet eerst een brief
schrijven aan mijn neef, als die brief af is dan mag je weer in je luier doen, dan
zal ik het wel weer opruimen, maar nù heb ik geen tijd.
Van Arike ontving ik een brief van
27 Aug waarop een 2 prijkte. Dat we nu met liefde koken, dat zegt nog niet dat
we dat later, als we getrouwd zijn, nog doen, bedenk dat wel Arike. Voor de
vrouwen moet er ook wat werk overblijven!
Last, not least, de brieven van
Mies. Twee stuks, geweldig hoor Mies!13 Aug en 8 Sept. Ik verheug me op de….
Mijn papiertje is weer eens vol,
tot schrijvens maar weer, de groeten aan alle bekenden, en speciaal voor jullie,
de “overkant”.
Oswald
Geen opmerkingen:
Een reactie posten